Oehoe op een ijsschots

de Volkskrant van 14-05-2004 Pagina 26 Cicero Recensie

Oehoe op een ijsschots

Op een nacht in 1833 viel een neushoorn te pletter uit een raam van het Winterpaleis in St.-Petersburg. Waar gebeurd, als je Toon Tellegen mag geloven (het beest, een geschenk aan tsaar Nicolaas I, was peper gevoerd door dronken gardeofficieren) of liever gezegd Tellegens opa, want diens herinneringen zijn het die zijn opgetekend in ‘De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne’.

Die in 2000 verschenen verhalenbundel is een eerbetoon aan grootvader Tellegen, die in 1918, na de Russische revolutie, met zijn echtgenote en zes kinderen naar Nederland was gevlucht. Het gezin vestigde zich in Leiden, waar grootvader achter zijn op z’n Russisch naar twee kanten uitstekende baard een chronisch heimwee naar zijn verloren vaderland ontwikkelde.

Voer voor melancholieke fantasieën, die zijn kleinzoon vijftig jaar na dato tot een liefdevol saluut inspireerden (de memoires van grootvader Egbert Engberts zelf verschijnen dit najaar onder de titel ‘Herinneringen aan Rusland’ bij Athenaeum-Polak & Van Gennep, met een inleiding van Tellegen).

Een keuze uit zijn bundel las Tellegen verleden jaar voor in het Amsterdamse Bimhuis, waarbij hij werd begeleid door de band van componiste/gitariste Corrie van Binsbergen. Hoewel er nauwelijks was gerepeteerd, pakte het resultaat zo goed uit dat de opnamen nu terecht op cd zijn gezet.

De veertien fragmenten (deels ook afkomstig uit de bundels ‘Twee oude vrouwtjes’ en ‘Zoveel was zeker’) zijn een proeve van voordrachtskunst: de toon is rustig en onopgesmukt, terwijl de verteller toch een gevoel van suspense oproept.

Ook Van Binsbergen treft de goede toon: halverwege weemoed en absurdisme (met dank aan de instrumentatie met cimbalon, fagot, lapsteel en prepared piano), met een goede balans tussen dienstbaarheid en initiatief. De elfkoppige band excelleert in sfeervol geneurie en gedempt geroezemoes, waarbij solisten als rietblazer Tobias Delius en pianist Albert van Veenendaal soms een fractielang hun tanden laten zien.

Van Binsbergen heeft ervaring met het op muziek zetten van literatuur. Op de dubbel-cd Kado uit de Hel uit 2000 verwerkte ze teksten van onder anderen Jules Deelder, Maria Goos en Tellegen in een ruige funk-opera, met vermakelijke kibbelpartijen van Beatrice van der Poel en Bob Fosko. ‘De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne’ komt uit een ander universum: intens en fluisterzacht.

In het verhaal ‘De begrafenis’ staat Tellegen in gedachten naast zijn overleden grootvader aan de oever van de Oude Rijn: “Weet je welke rivier dit is?’, vroeg hij. Ik kneep mijn ogen dicht. Uit het huis kwamen vrolijke en opgewonden stemmen. In mijn gedachten werd de rivier heel breed. Ik kon de overkant niet meer zien, er dreven ijsschotsen voorbij. Op één ijsschots zat een oehoe. Kraanvogels vlogen over ons heen. Oewie, riepen ze. Oewie oewie. ‘De Neva, zei ik heel zachtjes. Ik denk dat dit de Neva is.”

Op dat moment klinkt van ver weg een dun ‘Down By The Riverside’; een van die momenten waarop muziek en tekst elkaar precies begrijpen.

Toon Tellegen in Concert: De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne.
Rubinstein CD-Luisterboek; € 10,-

Erik van den Berg

Op dit artikel berust copyright! © 2004 de Volkskrant