Interview Corrie van Binsbergen en Josse De Pauw

Interview Josse De Pauw en Corrie van Binsbergen

Voor Muziektheater Transparant maken Josse De Pauw en componiste en gitariste Corrie van Binsbergen de voorstelling ‘over de bergen’. Josse De Pauw schreef de tekst en speelt die ook, en Corrie van Binsbergen schreef de muziek en voert die ook mee uit.

De voorstelling gaat over verlangen. ‘Het is een gevoel wat niet uit te schakelen valt en tevens is het een van de grote drijfveren van het leven’, zegt Josse De Pauw. ‘Het lijkt zo’n vriendelijk woord, maar evengoed kan dat niet aflatend verlangen heel vervelend en ongelooflijk vermoeiend zijn. De voorstelling gaat in alle mogelijke talen over verlangen en gemis die nooit ophouden. Daarom is het hoofdpersonage geen mens, maar een wezen propvol verlangen. Het vangt ijle klanken op van ergens over de bergen en wordt door die sirenenzang aangezogen, voortgestuwd, overhoop gehaald, weggeblazen… Ik heb schilder en beeldend kunstenaar Michaël Borremans gevraagd een personage voor mij te creëren, een vorm.’

Corrie van Binsbergen is een veelzijdige muzikante en een eigenzinnige gitariste die moeiteloos hedendaags gecomponeerd met jazz, rock en improvisatiemuziek verbindt. Vijf jaar geleden nodigde ze Josse De Pauw al eens uit voor haar serie ‘Schrijvers in Concert’ in het Bimhuis in Amsterdam. Hij las voor uit eigen werk en zij maakte er muziek bij. ‘We waren allebei erg nieuwsgierig naar elkaar, en er gebeurde iets heel bijzonder die avond’, herinnert ze zich. ‘Daarna dachten we allebei dat het een goed idee zou zijn om iets samen te maken. In de tussentijd hebben we veel contact gehouden, hebben veel gepraat, muziek geluisterd en zijn we ook samen naar voorstellingen gaan kijken. We hebben ook veel gesproken over hoe een voorstelling er uit zou moeten zien. Vorige zomer kreeg ik een eerste deel van de tekst en daar ben ik dan mee aan de slag gegaan. Vooral het beeld met de bergen, blauwe lucht en helder water heeft mij op een bepaald spoor gezet. Sopraan Claron McFadden representeert nu dat heel serene, heldere en zuivere. Maar tegelijk zit er ook nog een andere grote groep musici op het podium, die soms ook zompigheid en vuiligheid inbrengt want ‘verlangen’ is natuurlijk niet altijd even zuiver.’

Die grote groep bestaat uit heel wat indrukwekkende muzikanten: naast Claron McFadden zijn er de uit de jazz en pop afkomstige zussen Beatrice en Vera van der Poel, de ritmesectie van de succesvolle band Corrie en de Grote Brokken, jazzlegende Sean Bergin en een aantal kameleontische musici zoals rietblazer David Kweksilber, de Bulgaarse percussioniste Tatiana Koleva en de harpiste Miriam Overlach. Dit amalgaam van musici brengt verschillende kleuren en invloeden in de voorstelling binnen. ‘Dat is mijn hele leven eigenlijk al zo’, zegt Corrie van Binsbergen. ‘Terwijl ik mijn klassieke opleiding gitaar genoot, speelde ik al in underground-achtige popbandjes. Ik luister even graag naar Bach of Stravinsky als naar Frank Zappa. Alles loopt door elkaar, en dat laat zijn sporen na wanneer ik componeer of improviseer. Mijn werk raakt aan hedendaags klassiek maar ook aan jazz en rock. Ik mag hopen dat het resultaat toch een persoonlijke stijl is.’
‘Ik wist meteen dat ik koperblazers wilde hebben bij deze voorstelling’, gaat Corrie van Binsbergen verder. ‘En ik liep al jaren met het idee rond om operastemmen te combineren met stemmen die uit een andere wereld komen. Daarnaast wilde ik de klank van harp en vibrafoon. Die instrumenten mengen heel mooi en daar haal je tegelijk een heel andere klankwereld mee in huis die goed staat tegenover de kopers. En last but not least is ook Sean Bergin nog in beeld gekomen. Hij is een legendarische jazzman en hij is ook een zeer theatrale figuur. Elke noot die hij op zijn tenorsax speelt straalt iets uit. Hij heeft een heel persoonlijk geluid op tenorsax en hij bespeelt daarnaast ook pennywhistle en concertina.’

Hoe beïnvloedden Josse De Pauw en Corrie van Binsbergen elkaar tijdens het creatieproces? ‘We werkten gelijk op’, zegt Josse De Pauw. ‘Ik ga gemakkelijk mee in een groove. Ik heb ook altijd heel intuïtief gewerkt. De dingen ontstaan altijd uit ontmoetingen met mensen met een bepaalde stijl waar ik me kan in vinden en waar ik de mijne graag mee laat versmelten of er tegenover stel. Dat heb ik in het verleden gedaan met musici als Peter Vermeersch, George van Dam of Jan Kuijken. Ik denk wel mee over de richting die de muziek uit zou kunnen gaan, maar ik ben daar niet dwingend in.’

De aanwezigheid van musici uit pop- en jazzwereld zou de aanleiding kunnen zijn tot veel improvisatie en vrijheid. Hoe dwingend zijn de tekst en partituur van ‘over de bergen’ die vandaag voorliggen? ‘De tekst zelf ligt vast, maar de manier waarop hij gebracht wordt, biedt wel ruimte voor improvisatie’, zegt Josse De Pauw. ‘Er zijn bij ‘over de bergen’ te veel musici betrokken om de improvisatie te laten regeren’, meent Corrie van Binsbergen. ‘Ik heb dus een echte partituur gecomponeerd. Ik heb mijn materiaal afgelopen maanden steeds meer uitgezuiverd. Er komen wel thema’s terug, maar zelden letterlijk. De hernemingen zijn ontstaan uit hetzelfde basismateriaal, al is dat zeker niet altijd eenvoudig te herkennen. Die aanpak zorgt voor een grote coherentie en voor een spanningsboog over het stuk heen. Nu, het muziekensemble is een groot wezen, maar er is zeker ook ruimte – weliswaar op vooraf bepaalde plekken – voor improvisatie. Ik hou van die combinatie: strakke arrangementen en dan ineens ins Blaue hinein springen. Ik ben iemand die op voorhand veel nadenkt, maar eens op het podium ben ik wel uiterst geconcentreerd, maar denk ik niet meer na. Ik vind het heel mooi dat er in het begin van de voorstelling al zo’n open plek zit, waar Josse spreekt en ik speel, daar wordt als het ware de toon van die avond gezet, en die zal de ene keer bijtender zijn, een andere keer zachter en lieflijker.’

’over de bergen’, wordt een opera genoemd. We moeten de muziek dus wel ernstig nemen. ‘Ik heb niks met begeleidende muziek’, zegt Josse De Pauw. ‘Er zijn weinig films waar ik me de muziek van herinner, tenzij van een paar slechte. Ik hou niet van muziek die onderliggend of louter illustratief is. Ik hou van de concentratie van de muzikanten die spelen en ik wil die zien, daarom spreek ik meestal van dramatische concerten. Ik heb er niets tegen dat de muziek het bij momenten overneemt, dat het af en toe een concert wordt. Maar uiteindelijk is het voor mij allemaal ‘theater’ omdat ik dat woord zeer ruim definieer. Alles wat live en wel op een podium gebeurt, is voor mij ‘theater’ en de nadruk kan steeds elders liggen.’ ‘Net als in opera komen hier verschillende disciplines samen’, besluit Corrie van Binsbergen. ‘De inbreng van Michaël Borremans, Herman Sorgeloos, Sean Bergin, de tekst en het spel van Josse De Pauw en de muziek is telkens essentieel. En omdat de muziek hier toch een belangrijkere rol speelt dan in de gemiddelde muziek-theatervoorstelling, hebben Josse en ik uiteindelijk besloten dat dit niet zozeer muziektheater met opera-achtige trekjes is maar uiteindelijk toch ‘gewoon’ een opera!’

Tom Eelen, met dank aan het Concertgebouw Brugge